De waarde van de tuinbouwsector voor Nederland

Het bestaansrecht van de glastuinbouw in Nederland staat steeds vaker ter discussie. Critici stellen dat de sector hier geen toekomst heeft, dat Nederland toe moet naar minder kassen en dat de glastuinbouw moet verplaatsen naar het buitenland. Mede naar aanleiding hiervan staat het perspectief voor de hele tuinbouwsector centraal in het onderzoek voor de Hillenraad100. Martien Penning: “We gaan in 2024 bedrijven langs de meetlat leggen en beoordelen wat hun waarde is voor Nederland en de maatschappij.”

De Hillenraad100 is daarmee ook het startschot om gezamenlijk toe te werken naar een zichtbare en duurzame waarde van de tuinbouwsector voor Nederland. Het wordt een interessant onderzoek, weet Martien nu al. “We beoordelen bedrijven zorgvuldig en kijken wie er hoog scoren op de waarde voor Nederland in een breder perspectief.” Hij vertelt dat het beoordelingsmodel op zes nieuwe pijlers rust die de waarde voor Nederland aangeven: economische waarde, strategische waarde, sociale waarde, maatschappelijke waarde, ecologie en het toekomstig verdienvermogen. Martien: “Bij deze pijlers beoordelen we steeds wat de visie van de onderneming is, wat haar ambities zijn en wat op dat vlak al gerealiseerd is.”

Wake-up call
“De kritiek moeten we vooral zien als een wake-up call,” geeft Martien aan. “We moeten ons goed realiseren wat de sterke kanten en de zwakke kanten van de tuinbouw zijn en welke stappen we kunnen en/of moeten nemen om de waarde voor Nederland te vergroten. Wat mag Nederland van ons verwachten, wat hebben we hiervoor nodig als sector en wat gaan we zelf doen. Een vraag over migrantenhuisvesting los je niet op door erop te wijzen dat we de energietransitie zo voortvarend oppakken.”

Kwetsbaarheid en kracht tonen
Door blijvende waarde te creëren en die te laten zien, verdient de tuinbouwsector bestaansrecht. Een uitdagend thema dus en Hillenraad is benieuwd wat de effecten op de ranking zijn. Met de keuze van dit thema stimuleert Hillenraad100 dat de tuinbouwsector zich openstelt en haar kracht toont. Hillenraad wil daarmee de discussie aanzwengelen over wat er wel goed gaat en wat nog niet op orde is.

“We zijn de afgelopen jaren misschien wel te eenzijdig bezig geweest met ‘be good and tell it’. Natuurlijk is het goed om te laten zien welke goede en belangrijke stappen de sector heeft gezet. Maar de samenleving wil – terecht – ook horen hoe we de vraagstukken gaan oplossen die er nog liggen.” Het is zowel de verantwoordelijkheid van individuele ondernemingen als van het collectief om te zorgen voor de juiste beeldvorming en perspectief. De politieke en maatschappelijke ‘gunfactor’ moet je toegekend worden, die kun je niet eenzijdig afdwingen. We moeten aan de bak en dragen daar als Hillenraad graag aan bij.